Historie van Sloten
Kaart: Schotanusatlas 1610 / Luchtfoto: aanleg rondweg in 1950
Sloten ontstond aan het eind van middeleeuwen, en is sindsdien eigenlijk niet wezenlijk veranderd. Klik hieronder op een tijdperk en lees hoe het is ontstaan, waarom het deze vorm heeft, en waardoor het zo klein gebleven is.
Grote kuil met water
Jan Luyken, Overstroming. Rijksprentenkabinet
Tegen het eind van de middeleeuwen was er grote wateroverlast in het zogenoemde 'lage midden'. De grond was daar ingeklonken als gevolg van de grootschalige ontginning van de woeste veengronden, en het overtollige water kwam als het ware terecht in een grote kuil waar het niet meer weg kon.
Sloten kon ontstaan door een ingenieuze ingreep in de waterhuishouding van Friesland. Om het overtollige water af te voeren werd er namelijk een nieuwe waterloop gegraven naar de Zuiderzee (bij het huidige Tacozijl). Een mooie bijkomstigheid was dat die waterafvoer bij de kruising met een bestaande landweg een ideale plek was voor handel, zodat daar al snel een nederzetting ontstond.
De Harinxma's thoe Slooten
Zo'n kruispunt van landweg en waterweg bleek van groot strategisch belang, en het was in de Friese vetemaatschappij van de late middeleeuwen dan ook een begeerlijk bezit. Verderop op deze pagina vind je een animatie waarin is uitgelegd hoe het kwam dat de Van Harinxma's thoe Slooten hier voet aan de grond kregen en hier een paar eeuwen de scepter zwaaiden.
Sloten is in de dertiende eeuw ontstaan als nederzetting bij een stins van de familie Van Harinxma thoe Slooten. Die stins - een stenen verdedigingstoren - was gebouwd aan de belangrijke waterweg van Sneek naar de Zuiderzee en zo verder naar de Hanzesteden aan de IJssel. In Sloten kruiste deze waterweg met de landweg van Duitsland naar Stavoren. Op zo'n kruising kon men tol heffen en strategische controle uitoefenen. De landweg liep via Doniawerstal over de gaasten (zandruggen) via Sloten, waar de waterweg was te overbruggen, naar Gaasterland en zo verder naar Stavoren, dat in de middeleeuwen een grote en belangrijke handelsstad was.
Dankzij grote wateroverlast
Tegen het eind van de middeleeuwen was er grote wateroverlast in het zogenoemde 'lage midden'. De grond was daar ingeklonken als gevolg van de grootschalige ontginning van de woeste veengronden, en het overtollige water kwam als het ware terecht in een grote kuil waar het niet meer weg kon. Sloten kon ontstaan door een ingenieuze ingreep in de waterhuishouding van Friesland.
Wanneer Sloten precies van een nederzetting een stad is geworden weten we niet. Waarschijnlijk ergens in de loop van de 14e eeuw. De eerste keer dat ze zo genoemd en erkend wordt, is op een oorkonde van 30 augustus 1426.
Sloten had dus stadsrechten. Ze mocht een eigen bestuur samenstellen, martk houden en een waag hebben, tol heffen, en vooral: zelf rechtspreken. De schandpaal met cachot bij de Lemster Waterpoort herinnert daar nog aan.
In het museum wordt nog het oude brandmerk uit 1576 bewaard. Gebrandmerkt zijn was eigenlijke een permanemente schandstraf: je was immers voor altijd herkenbaar als misdadiger. Een brandmerk was dan ook bedoeld als waarschuwing: iedereen kon meteen zien dat je ooit ergens voor gestraft was. Men was dus gewaarschuwd! Op de afbeelding het brandmerk van Sloten, met in spiegelbeeld de tekst ‘Sloten 1605'. En verder twee gekruiste sleutels, die nog in het wapen van de stad (en in het logo van het museum).
Tijdens de 80-jarige oorlog tegen Spanje worden veel steden in de Nederlanden voorzien van verdedigingswerken: muren en poorten. Ook in Sloten gebeurt dat, vanwege de strategische ligging: het is vanaf de Zuiderzee de toeging naar het binnenland van Friesland.
Op deze kaart van Schotanus uit 1664 is goed te zien Sloten destijds een flinke vesting was, met twee landpoorten en twee waterpoorten, en aan alle kanten donjons bedoeld om een belegeraard goed onder vuur te kunnen nemen, ook als die de muren al dicht genaderd zijn. Ook interessant is dat de vijand die de landpoorten weet te passeren dan nog niet meteen door kan stoten de stad in, want hij moet dan eerst nog twee haakse bochten nemen.
Sloten in de Schotanusatlas uit 1664 (publiek domein)
Stenen waren duur
Voor de bouw van die vesting waren heel wat dure stenen nodig, en laat nou net de stins beschadigd zijn en verlaten door de Harinxma's thoe Sloten die als Calvinisten waren gevlucht naar Emden. Het lag dus voor de hand het materiaal van die stins te hergebruiken. Maar toen de weduwe van de Homme van Harinxma wilde terugkeren naar haar huis, was dat verdwenen. Beleefd maar verontwaardig schreef zij een brief naar de overheid met het verzoek haar te compenseren voor het stelen van het materiaal. Bekijk de animatie om daar het fijne van te weten te komen.
Verdwenen
De muren en de landpoorten zijn in de 19e eeuw gesloopt. Alleen de twee waterpoorten zijn er nog.
Romantisch wandelpad
Waar ooit de machtige muren stonden, is nu een fraai wandelpad, dat grotendeels het tracé van de oude muren volgt. In het museum zijn verschillende wandelroutes te verkrijgen die hier langs komen.
Eeuwenlang moest alles wat uit Friesland naar het zuiden voer door Sloten: turf, boter, kaas en andere zaken werden doorgevoerd naar Holland en naar andere, meer zuidelijk gelegen provinciën.
Daardoor heeft Sloten ook zijn Gouden Eeuw gehad: in het kielzog van hanzesteden en later de steden in Holland ging de stad goed. Het was een komen en gaan van schepen, en aan het Het Diep stonden de grote huizen en pakhuizen van de kooplieden.
Tol
Tol betalen betekende inspectie van de schepen, dus oponthoud. En als men toch stil ligt gebruikt men die tijd om inkopen te gaan doen, of te gaan eten en drinken in de herberg. Ook daarmee was Sloten gediend. En dat heeft geduurd tot ver in de 20e eeuw. De laatste tolgaarder was in 1957 klaar met zijn werk. Onderstaand filmpje gaat over de laatste tolheffer van Sloten
‘Poarte en brêgetol meitsje it laatsje fol’ (Poort en bruggentol maken het laadje vol). Zo luidde ooit het gezegde hier in Sloten.
Maar met de komst van vrachtverkeer over de weg en het brede Prinses Margrietkanaal enkele kilometers verderop kwamen er geen schepen meer door Sloten. Er werd niets meer verhandeld, geen waren gewogen, er kwam geen geld meer in het laadje.
Deze collectebussen met op de voorkant de tekst ‘Gedenkt den armen’ getuigen van die omslag.
Overbewinkeling en teloorgang van de kleine middenstand in Sloten
Net als in heel Friesland wemelde het in Sloten in de jaren ’60 nog van de kleine winkeltjes.
Erg winstgevend zijn die nooit geweest. Juist omdat het er zoveel waren, beconcurreerden die elkaar om het hardst: het was een dagelijks gevecht om klanten – waarbij katholieke, protestantse of gereformeerde winkeliers erop rekenden dat hun geloofsgenoten bij hen hun boodschappen deden!
Zolang de inwoners waren aangewezen op het aanbod in de buurt was het nog net vol te houden, maar als vanaf de jaren zestig steeds meer mensen een auto krijgen, komt er echt de klad in: men gaat de boodschappen halen in de supermarkt verderop, waar het goedkoper is en waar meer keus is. De oudere winkeliers redden het met heel hard werken nog net, maar hun kinderen voelen er meestal niet voor om de kwijnende zaak over te nemen en voort te zetten. En zo haakt de een na de ander af.
Door de jaren heen zijn er in Sloten bijna 200 verschillende winkels en nerinkjes geweest. Op de foto is aangegeven waar welke winkels zaten. De niet ingekleurde rondjes markeren diverse nerinkjes (bijvoorbeeld kappers, aardappelen, curiosa of mollenvellen).
‘Die saak hjir moat ta leven komme’ – Tjipke de Jong brengt nieuw élan
Nieuw élan kwam onder meer van Tjipke de Jong, die vond dat de boel hier tot leven moest komen. Daarom begon hij een eigen partij: Gemeeentebelang.
Een kopje kruizemuntthee voor de burgemeester
Tjipke heeft veel voor elkaar gekregen maar hij was geen revolutionair. Hij zou hetzelfde hebben kunnen bereiken binnen de CHU waar hij oorspronkelijk lid van was. Wel revolutionair waren de leden van de commune van Sloten.
Die kregen het zelfs voor elkaar om van Sloten de derde kabouterstad van Friesland te maken.
Film Johan Adolfs
De Enschedese zakenman en cineast Johan Adolf heeft tussen 1950 en 1970 zo'n film 1500 stadsfilms laten maken van middelgrote dorpen en steden in Nederland, waarvan ongeveer 150 in Friesland. Later werden er voorstellingen mee georganiseerd. De films kwamen na zijn overlijden in talrijke collecties terecht en werden door meerdere instellingen weer bijeengebracht. Het Fries Film Archief is één van die instellingen, en toen een van hun medewererls bij toeval deze film vond, hebben ze de originele film voor ons gedigitaliseerd.
Voor oudere Slotenaren die die tijd zelf nog hebben meegemaakt (maar niet alleen voor hen!) is het erg leuk om die film te bekijken. Maar ga er wel even voor zitten, want hij duurt meer dan een uur. Dat is ook de reden dat we hem hier niet op onze website zetten. Klik dus op de link naar youtube.
Tegenwoordig moet de stad het voor een belangrijk deel hebben van de toeristen. Die weten de kleinste van de 11 steden dan ook goed te vinden. Helaas is de laatste 11-stedentocht op de schaats al weer heel wat jaren geleden.
Maar inmiddels zijn er meer mogelijkheden om de legendarische tocht af te leggen: met de fiets, met de boot, op een paard, suppend of zelfs zwemmend! Het museum is stempelpost voor al die mensen, en wie wil kan zichzelf bij ons belonen met een echt 11-stedenkruisje!
Verslag van de allereerste 11-stedentocht in 1909
Verderop op deze pagina staat een verslag van deze allereerste 11-stedentocht. Het weer was voor veel deelnemers een spelbreker: op de dag van de tocht viel plotseling de dooi in. Een meerderheid van de deelnemers hield het voor gezien. De 23 overgebleven rijders die zich meldden bij hotel Amicitia aan de Wirdumerdijk te Leeuwarden, moesten zelf maar zien of ze nog meededen, zo kregen ze te horen. Er waren in ieder geval wel prijzen beschikbaar voor de nummers een, twee en drie. Het competitie-element was desondanks nog niet wat het tegenwoordig is. Een treffend voorbeeld is een gebeurtenis na een korte pauze. Toen Hoekstra en Leij wilden vertrekken, riep Rooseboom: wacht nog even, ik ben nog niet klaar! Er werd gewoon gewacht tot ook Rooseboom kon meekomen.
Interessante video's over historische thema's
De verdwenen stins van Sloten
Ooit stonden er in Friesland honderden stinzen: stenen verdedigingstorens die later ook werden gebruikt als versterkt huis. Ze zijn op één na (die in Stiens) allemaal verdwenen. In Sloten stonden zelfs twee stinzen, beide in het bezit van de familie Harinxma thoe Slooten. Kijk was het lot was van die van Homme Harinxma.
Sloten dankt zijn bestaan aan grote wateroverlast
Tegen het eind van de middeleeuwen was er grote wateroverlast in het zogenoemde 'lage midden'. De grond was daar ingeklonken als gevolg van de grootschalige ontginning van de woeste veengronden, en het overtollige water kwam als het ware terecht in een grote kuil waar het niet meer weg kon. Sloten kon ontstaan door een ingenieuze ingreep in de waterhuishouding van Friesland. Hoe zat dat met die veenontginning? En wat was die ingenieuze ingreep? Je ontdenkt het in deze animatie.
Boter maken: van boerderij naar fabriek
In het Zuiden van Friesland wordt al eeuwenlang boter en kaas gemaakt. In Sloten brachten de boeren hun boter en kaas naar de Waag. In die tijd hadden de boerinnen op de boerderij een belangrijke rol. Zij karnden zelf de boter, soms met hulp van een paard. Aan dat werk op de boerderij kwam een einde met de komst van de stoomzuivelfabriek, die groeide en nu de grootste werkgever van Sloten is. Het flimpje laat zien hoe het er vroeger op de boerderij aan toe ging.
Verslag van de allereerste elfstedentocht
Op de dag waarop de tocht zou plaatsvinden, viel plotseling de dooi in. Een meerderheid van de deelnemers hield het voor gezien. De 23 overgebleven rijders die zich meldden bij hotel Amicitia aan de Wirdumerdijk te Leeuwarden, moesten zelf maar zien of ze nog meededen, zo kregen ze te horen. Er waren in ieder geval wel prijzen beschikbaar voor de nummers een, twee en drie. Het competitie-element was desondanks nog niet wat het tegenwoordig is. Een treffend voorbeeld is een gebeurtenis na een korte pauze. Toen Hoekstra en Leij wilden vertrekken, riep Rooseboom: wacht nog even, ik ben nog niet klaar! Er werd gewoon gewacht tot ook Rooseboom kon meekomen.
Sloten in de jaren '60, gemaakt door Johan Adolfs
De film is een van 1500 stadsfilms die de Enschedese zakenman cineast Johan Adolf tussen 1950 en 1970 liet maken van middelgrote dorpen en steden in Nederland, waarvan ongeveer 150 in Friesland. Later werden er voorstellingen mee georganiseerd. De films kwamen na zijn overlijden in talrijke collecties terecht en werden door meerdere instellingen weer bijeengebracht. Het Fries Film Archief is één van die instellingen, en zij vonden deze film bij toeval, toen ze bij ons in het museum in de kluis waren voor iets anders. Nu hebben zij de originele film voor ons gedigitaliseerd, dus met dank aan het Fries Film Archief kunnen we het nu met jullie delen.
De laatste tolgaarder
Vanaf de middeleeuwen tot in de jaren '50 van de vorige eeuw moest je tol betalen om de stad in te mogen. Met de komst van de rondweg kwam daar een einde aan. De laatste tolgaarder vertelt erover. Na het afschaffen had de tolgaarder tijd voor zijn hobby: modelbouw. Hij maakte een maquette van de stad zoals die eruit zag toen de rondweg er nog niet was. In het echt zien? Kom maar Museum Sloten (Heerenwal 48, 8556 AP Sloten).