Dit seizoen exposeert in Museum Sloten de St. Nykster hobbyschilder Gerrit J. Langerak (Amsterdam, 1946). Met de tentoonstelling ‘Vier seizoen, vele kleuren’ laat hij het Friese landschap zien door het jaar heen. Zijn prachtig en toegankelijk werk zal zowel inwoners als toeristen aanspreken. Speciaal voor deze expositie zette hij ook de stad Sloten en omgeving op het doek.
Maak kennis met Gerrit en zijn werk
Gerrit is pas na zijn pensioen gaan schilderen. Hoe heeft hij dat aangepakt? Wat beweegt hem, en wat kwam bij tegen? Lees het hieronder (klik op de titels).
Gerrit is nu kunstschilder, maar was daarvoor werkzaam in het onderwijs. Zijn eerste aanstelling was in Berlikum. Vervolgens was hij leerkracht aan het schooltje in de Nieuwebildtzijl (boven Sint Annaparochie) met in totaal slechts achttien kinderen. Hij had daar dus kinderen uit alle leerjaren. En laat hij nou toevallig een Jenaplan-achtergrond hebben, gericht op het ontwikkelen van zelfstandigheid, samenwerking en sociale vaardigheden, reden waarom Jenaplanscholen meestal georganiseerd zijn in leeftijdsgemengde groepen.
Op zeker moment vroeg de inspectie hem om dat Jenaplan-gedachtegoed ook aan een andere school uit te dragen. Dat werd de openbare school De Beuk in Sint Nyk, waar hij tot aan zijn pensionering werkzaam was als schoolleider. De laatste jaren was hij ook opleider in de school namens de NHL in Leeuwarden. Dat hield in dat hij studenten begeleidde in de praktijk. Dat vond hij interessant om te doen, omdat hij er zijn ervaring in kwijt kon.
Al die tijd deed hij niet serieus iets met zijn tekentalent, maar hij tekende wel. De collega’s van school wisten hem bijvoorbeeld te vinden voor bordtekeningen – waar hij dan zelf ook enorm van genoot, met Kerst, Sinterklaas, verjaardag of Halloween… noem maar op. Je had toen nog van die zwarte en groene schoolborden waar je prachtig met pastelkrijt op kon tekenen. Dan toog hij ‘s avonds naar school om wat te tekenen op het bord. Ook in de poesiealbums van de kinderen maakte hij natuurlijk tekeningen. Dat vond hij heerlijk om te doen, net als de creatieve vrijdagmiddag.
Maar hij heeft altijd gezegd: als ik stop met werken, dan ga ik gaan schilderen. Met olieverf, dat wist hij ook.
Gerrit vertelt over de totstandkoming van zijn schilderij van Sloten. Foto: Margriet Agricola
En toen was hij dus gepensioneerd en ging hij schilderen. Maar hoe doe je dat? Hoe weet je bijvoorbeeld welke materialen je moet gebruiken? Je staat dan immers aan het begin van een hele nieuwe weg. Hij is eerst zelf allerlei dingen gaan uitproberen, maar hij keek ook om zich heen: wat wilde hij, wat vond hij leuk om te doen, wie kon hem wat op weg of verder helpen?
Zo volgde hij verschillende cursussen, waarin facetten als fijnschilderen, stillevens en compositie aan bod kwamen, evenals het schilderen van landschappen met mooie luchten. Tegenwoordig neemt hij deel aan de schildercursus van de Friese kunstschilder Tjeerd Landman. Met name op het gebied van tonaliteit, licht en donker heeft hij al heel veel van hem geleerd.
Wat er gebeurt in zo’n schildercursus hangt heel erg af van de docent: iedere docent heeft een eigen opbouw van de schilderlessen vanuit zijn of haar visie. Bij Tjeerd Landman zet iedereen zijn of haar doek op een ezel, en dan gaan de deelnemers even bij elkaar langs. Dat is ook het leuke van die lessen, vindt Gerrit: dat je heel veel kijkt, bij elkaar dus, hoe anderen het doen. Dan volgt meestal een theoretische inleiding. Tjeerd geeft tijdens de cursus veel individuele aanwijzingen, of hij roept iedereen even bij elkaar om iets uit te leggen of te laten zien. De deelnemers hebben ook eigen inbreng. Iemand oppert bijvoorbeeld om een keer luchten schilderen, en dan doen ze dat. Of ze maken allemaal een schilderij in impressionistische stijl. Je ziet dan hoe ze dat allemaal op eigen manier vormgeven, en zo leren ze ook weer van elkaar. Soms worden sommigen van hen uitgenodigd voor een expositie waar ze elkaar dan ook ontmoeten, bijvoorbeeld in de galerie in Harlingen waar ze vorig jaar ze vorig jaar als cursisten van Tjeerd Landman mochten exposeren.
Gerrit ontleent veel inspirarie aan andere kunstschilders. Hij is zelf fan van Piet Mondriaan. Vooral zijn beginperiode vindt hij heel erg mooi.
Piet Mondriaan. Gezicht op strand en pier vanaf de duinen, Domburg. 1909. (Wikipedia CC, New York, Museum of Modern Art.)
De Haagse School vindt hij een hele mooie periode, vanwege de warme kleuren en natuurlijk de landschappen. En verder Claude Monet, Anton Mauve, Breitner. Ach, hij vindt heel veel mooi. Hij gaat ook regelmatig met zijn vrouw naar musea: Singer Laren (Kees van Dongen!), Belvédère, Fries Museum, overal waar maar een mooie tentoonstelling is die hen aanspreekt.
Hij leert dus veel door te kijken naar werk van andere kunstenaars. Vooral als het gaat om de manier van schilderen. De techniek van Van Gogh is bijvoorbeeld heel anders is dan die van Vermeer. En kijk dichterbij huis eens naar de schilderijen van Jopie Huisman en Jentsje Popma – allebei prachtig, maar heel verschillend. Zo bestudeert hij ieders stijI en probeert hij van daaruit zijn eigen stijl te ontwhijkelen. En al weet hij nog steeds niet wat ‘zijn stijl’ is, hij weet wel dat hij het schilderen van luchten mooi vind en dat hij vooral sfeer in het schilderij probeert te brengen. Daar kan hij enorm van genieten.
Nu is hij bezig met hoe hij zijn werk kan opbouwen. Hij begon altijd meestal linksboven en vulde dan langzaamaan het doek, niet altijd met een vooropgezet plan. Nu is hij meer bezig met het uitwerken en opzetten van een compositie – dus niet meer vanuit het toevallige. Meestal gebruikt hij foto’s die hij zelf heeft genomen als hij aan het fietsen of wandelen is. Soms voegt hij meerdere foto’s van landschappen samen waardoor toch een realistische interpretatie van de werkelijkheid ontstaat. Ieder kan zijn fantasie of eigen verhaal aan een schilderij koppelen.
Als je dan zo bezig bent met schilderen, dan is het fijn als je zo nu en dan wat kunt laten zien van je werk. Gerrit is dan ook blij dat hij zo nu en dan wordt uitgenodigd voor een expositie. Zijn eerste expositie was in zijn eigen woonplaats Sint Nyk, tijden de Kerstkuier. Hij schrijft zich ook geregeld in voor een kunstroute of manifestatie. Zo heeft hij al een paar keer op de kunstmarkt in Balk gestaan, en in Terhorne bij Proef de Kunst. Zijn werk was ook te zien in de bibliotheken van Lemmer en Heerenveen en bij galerie Althuuskamer in Harlingen.
Vanuit de stichting Keunst en Keur in Joure mocht hij samen met drie cursisten van Tjeerd Landman een keer een expositie organiseren in de Oorsprong in Sint Nicolaasga. Heel veel mensen waren bij de opening en de expositie is ook door veel mensen bezocht. En nu dus in het museum van Sloten, wat hij geweldig vind.
Hij heeft ook een keer meegedaan aan een schilderwedstrijd waar een expositie aan gekoppeld was. Hij is namelijk ook een groot bewonderaar van Jan Mankes, en toen er een wedstrijd was waarvoor je een schilderij moest maken in de sfeer van Jan Mankes, in die heel verstilde sfeer, toen heeft hij daaraan meegedaan. Er was een jury, en alle deelnemers kregen een oorkonde met de bevindingen van de jury, maar anderen konden ook stemmen, en op de tentoonstelling in Eerbeek zouden dan de vijftig werken met de meeste stemmen komen te hangen. En daar hoorde hij bij! Dat was voor hem een geweldige ervaring.
Gerrits inzending voor de Mankes-wedstrijd
Bij zo’n expositie verkoopt hij ook af en toe wat, maar daar doet hij het niet voor. Hij schildert echt voor zijn plezier, dat staat voorop. Hij is altijd blij als een ander iets mooi vindt, en als mensen zo enthousiast zijn dat ze een schilderij willen aanschaffen, dan hoeft hij daar niet de hoogste prijs voor.
Voor de tentoonstelling in Museum Sloten gaat Gerrit een ‘seizoenscirkel’ laten zien van het mooie Friese landschap in alle vier de seizoenen. En wat altijd opvalt in veel schilderijen van het Friese landschap, is dat de ruimte zo mooi tot zijn recht komt: de weidse weilanden, de spectaculaire luchten boven die lage (en soms hele lage) horizon.
En dat is natuurlijk niet toevallig. Wie in Zwitserland woont schildert bergen, wie in Noord-Holland woont schildert het strand en de zee, en hier kom je altijd weer uit bij die lage horizon, want je wilt dat weidse laten zien. Als je op de waddendijk staat zie je het weidse van het wad, bij Spannenburg zie je het weidse van de akkers en de weiden. Gelukkig kunnen we nog heel ver kijken en genieten van alles om ons heen. En hij kan daar dan hopelijk nog heel veel schilderplezier aan beleven.